Vluchten uit de
Filipijnen

Schreeuwende mensen die bijna over elkaar heen klimmen bij de check-in balie, knipperende borden met een waslijst aan geannuleerde vluchten en slapende reizigers middenin de vertrekhal. Even lijkt het op een scene uit World War Z. Maar het is de realiteit. Ik zit er ook tussen. Met m’n backpack tegen me aangeplakt bid ik dat ik-alsjeblieft-op-deze-vlucht-mee-mag en zo kan ontsnappen aan de lockdown op Palawan.

Het is 14 maart 2020 als ik rozig de hotellobby in dwaal. De schitterende beelden van de helderblauwe Blue Lagoon hangen als een zachte roze wolk om me heen. Wat zijn de Filipijnen mooi. Morgen weer de zee op, om me te vergapen aan die immense kalksteen rotsen en die prachtig helderblauwe vlekken in de zee. Ik ben zo in m’n nopjes dat ik het bijna niet kan laten om glimlachend rond te huppelen. Dát gevoel, zeg maar. Maar het leven heeft iets anders voor me in petto. De drukkende sfeer in de lobby reit m’n zachte roze wolk aan flarden.

De Filipijnen
gaan in lockdown

Ik begreep helemaal niets van het panikerende volk daar in de lobby. De Filipijnen zijn mooi, tranquillllo. Blijkbaar konden ze er niet van genieten, want als bezetenen scrolden ze over laptops en telefoons. Soms viel het woord ‘lockdown’. Dan keken mensen elkaar weer met grote ogen aan en dan ontstond er weer een kakofonie aan paniek. Jongens, wát is hier ingodsnaam aan de hand?

En toen kwam het nieuws: de Filipijnen gaan in lockdown. En als je hier niet vast wil zitten tot en met 14 april, dan heb je tot morgenavond om weg te komen. BOEM. Dat nieuws sloeg echt in als een bom. Vastzitten in El Nido, op Palawan? Nee, nee, nee. Ennn, paniekmodus in 3..2..1..

Wat paniekmodus?! Niets paniekmodus! Oerkracht! HELL NO dat ik hier een maand ga vastzitten! Begrijp me niet verkeerd, de Filipijnen zijn prachtig mooi. Maar El Nido is niet bijster leuk (sorry), het internet is ruk (help) en het eten geeft me lange tanden (ja echt, sorry). Misschien is het een fantastische plek voor jou om vast te zitten, voor mij leek het de hel op aarde. Was dit echt?!



Op een lullig papiertje in de lobby hing een statement van de burgemeester: vanaf morgen worden álle binnenlandse voertuigen (boten, bussen, vliegtuigen) stilgelegd en praktisch word je dus gedwongen om te blijven waar je bent. Ja, dit is echt. Als ik nu niet move, dan zit ik de komende maand in dit stoffige gehucht. HELL NO. Mijn oerkracht nam het van me over en ik zette álles op alles om El Nido binnen no time te verlaten. Plan: zes uur met de bus naar de dichtstbijzijnde luchthaven (Puerta Princesa) en vanaf daar naar Manila. En Manila is mijn way out. Internationale vluchten gaan gewoon door. Oké, I got this.

Oké, I got this
bijna niet

De mensen in de lobby waren zó neerslachtig (want: hele dag gezocht en alle vluchten zitten volgeboekt) dat ik bijna mee dreigde te gaan in de acceptatie tot vastzitten. HELL. NO. Tot half vijf ’s nachts zocht ik naar elke gangbare optie om in Manila te komen (zwemmen?). Soms had ik een vlucht te pakken en boekte ik zo snel mn vingers konden typen. Maar dan was ik te laat en was de ‘flight unavailable’ en vloekte ik tot ik geen lucht meer kreeg.

Inmiddels was Nederland ook ingeschakeld en zochten moeder en vrienden met man en macht naar een way out. Toen vriendin A. met het RIVM belde, wisten zij van niks. De Filipijnen op slot? Nee? Ik wilde het bijna laten en ‘het morgen wel zien’, maar dan steeg mijn OHH HELL NO weer op en sloeg ik weer aan het zoeken.

En daar was ze, om half vijf ’s nachts. Een ticket naar Bangkok. Via Manila, vanaf Puerta Princesa. Morgen. Straks, dus. Ik kon mijn ogen niet geloven toen ik de boekingsbevestiging binnen had. HÈ?! Was het gelukt?! Mijn ongeloof zou pas wegzakken als ik daadwerkelijk met mijn ass in dat vliegtuig zou zitten. Ik deelde het heugelijke nieuws met thuis, sloeg aan het paniek-pakken (alles.moet.die.backpack.in) en besloot bij de eerste streep daglicht opzoek te gaan naar een bus, een motor, een iéts wat me zes uur lang naar de luchthaven zou kunnen brengen. Ik liep bookingsbureautjes in en uit, maar alle bussen waren natuurlijk al volgeboekt. Ik probeerde recepties, mannetjes op straat en ‘do you have a friend who..?!’. Om negen uur was het geluk aan mijn zijde. Er was nog één plekje, op schoot bij de chauffeur, maar hij vertrok nú. ‘Are you ready?!’. Ik heb nog nooit zo hard gesprint. 



Het was zes uur lang hobbelen – en balanceren tussen de chauf en het dashboard – door de binnenlanden van Palawan, maar toen ik op de luchthaven kwam begon pas de echte strijd.


Paniekpieten op
de luchthaven

Allereerst was er een éllenlange rij om überhaupt de luchthaven bínnen te komen. Ik was zo’n vijf uur te vroeg voor mijn vlucht and I made it, dus ik vond het allemaal helemaal prima. Na ongeveer twaalf jaar wachten werd je temperatuur opgemeten, je handen netjes gedesinfecteerd en werd je bagage door een scanner gesmeten. En dan ben je binnen! Feest, denk je. Nou, jongens: als ik kon had ik rechtsomkeert gemaakt.

Ik kwam echt in een soort doorgedraaide dierentuin terecht. Geschreeuw (‘give me a ticket!’), een golf aan akelig gegil (toen de volgende vlucht ook geannuleerd werd) en hoopjes mens die middenin de vertrekhal op de grond lagen weg te kwijnen. Besef even dat de helft 

van deze mensen hier áchterblijft. En hier dus waarschijnlijk ook slaapt. En gewoon vastzit. Echt naar.



Ik wist mezelf richting raam te manoeuvreren en met mijn backpack als kussen transformeerde ook ik tot hoopje-wegkwijnend-mens daar in de vertrekhal. Ik maakte me gigantisch druk. Dat mijn ticket niet geldig zou zijn. Dat ik overboekt was. Dat mijn vlucht ook geannuleerd zou worden. Dat ik hier moest blijven. Maar soms dan klonk er gejuich en sprintte er groepjes met versgeclaimde tickets vrolijk richting douane. Ik teerde op die blijheid.

Vijf uur later was het mijn beurt om in de rij aan te sluiten. Ik heb me nog nooit zo zenuwachtig en bezwaard tegelijk gevoeld. Terwijl ik rustig wachtte, hield de balie naast mij een soort ticketveiling. En zag ik met lede ogen aan hoe mensen bijna over elkaar heen klommen om schreeuwend een ticket te bemachtigen. Pick me! Pick me! Het leek wel een loterij op de kermis. Mijn hemel.

Toen mijn backpack op de rolband achter de balie verdween en ik mijn paspoort mét ticket in handen kreeg, kon ik het allemaal nog steeds niet geloven. Ik zou nu op een bootje ronddobberen, tussen die prachtige kalksteen rotsen. Stond ik hier in werkelijkheid nou echt een partij te vluchten voor dat verdomde virus?!

Achter de douane was niemand. Het was letterlijk een andere wereld. Rust. Ruimte. Die zinderende kriebel die luchthavens normaal bij me oproepen, kreeg even de kans om zich hier te laten zien. Maar al snel sloeg de paniek en het ongeloof toe: ik ben pas opgelucht als ik daadwerkelijk in dat vliegtuig zit. Ze kan nog altijd geannuleerd worden. Of niet op komen dagen en ons allemaal in de steek laten. Of volzitten. Of.. Paniekpiet.

✈ Heb jij ook reisproblemen door corona? En wil je goed beschermd zijn voor wettelijke situaties? Klik dan hier voor een rechtsbijstandverzekering en ontvang juridische hulp!

 

Vluchtroute
deel #2 

Pas toen ik achterover in m’n stoel werd gedrukt door de aanzwellende motoren, kon ik ontspannen. En sloeg de teleurstelling toe. Dit was mijn avontuur in de Filipijnen. Zo abrupt geëindigd. Ik zou nog op Expeditie Robinson gaan tussen El Nido en Coron en ik zou nog veel meer prachtige strandjes en rotsen en vlekken in de zee gaan zien. Maar dit was het. Voor nu. Ik keek er zo naar uit. Maar hé: als ik was gebleven had ik dat alsnog allemaal niet kunnen doen en zien. Want: ook boten mochten niet meer varen. En dan zit je daar in het stoffige El Nido. Sad, maar dit is een betere keus. 



Diep in gedachte verzonken, raakten de wielen Manila. I made it. Mijn way out. Maar: nog niet. Ik had een overstap van 13 uur, wat betekende dat ik een nachtje in Manila moest slapen. Maar Manila was al in lockdown. Het leger paradeerde door de straten

 

 

wanneer de avondklok sloeg. Het o, zo chaotische verkeer was nérgens te bekennen. Je snapt dat ik echt niet lekker sliep. Helemaal niet met de gedachte: morgen ga ik weer vluchten. En deze keer zal ik echt het land uit gaan. Gaat dat vliegtuig wel? Laat hem please opstijgen. En eenmaal geland in Bangkok: mag ik Thailand nog wel in? Of word ik afgevoerd en in quarantaine geplaatst?

Om half acht ’s ochtends herhaalde de vorige dag zich. Ik stond eeuwen in de rij om de luchthaven binnen te komen, en dat ging niet bepaald gezellig. Voor de terminal van de binnenlandse vluchten stond een groep soldaten – met geweer. In mijn rug duwde karretjes vol bagage. En er was natuurlijk weer paniek. Final calls bleven door de vertrekhal galmen. En deze keer was het menens: mis je deze vlucht, dan zit je dus vast in Manila, hè vriend. Ik hoor het mezelf nog zo denken, daar in de rij. De grap is: het duurde allemaal zo ontzettend-allejezus-lang, dat ook ik met een final call dat vliegtuig in rende. Mijn hemel.

Het vliegtuig zelf was praktisch leeg. Prima voor social distancing, maar er gingen toch wel een paar alarmbellen af. Had ik de juiste keus gemaakt om naar Thailand te vliegen? Had ik toch naar Nederland moeten gaan? Heb ik informatie over het hoofd gezien? Mag ik Thailand niet in? Word ik geweigerd? Teruggestuurd? Terwijl het vliegtuig over de startbaan raast, probeer ik mezelf wat credits te geven: you did it, girl. Het is je gewoon gelukt. Je bent de Filipijnen ontvlucht! Madre mia. Wat een avontuur.

Hoe het in Thailand verder ging? Dat lees je hier. En daar zat ik dan, met m’n eeuwige reisgedrag, in Corontaine op een Thais eiland.. 

Meer lezen?

Oeh la, la.. In deze Parijse secret bars wil jij nu zijn!

Gin, champagne of een goed glas water (’t is jouw feestje) met een flinke berg allure en hoog decadentie-gehalte? Moet je in Parijs zijn. En dan het liefst in een exclusieve secret bar. Verstopt voor het plebs. Wachtend op jou. Hier vind je die secret bars in Parijs.