Terug naar
het oude China

Pingyao is een dróóm van een stad. Denk aan: roodgekleurde lampionnetjes die je in elk straatje tegemoet twinkelen. Aan rijkversierde huisjes vol gekleurde draken- en bloemenpatronen. Aan rokende barbecues die de straten naar gegrild vlees doen geuren. En aan een eeuwenoude stadsmuur die de droom beschermt tegen de grote boze miljoenensteden van de 21e eeuw.

Pingyao is tijdreizen. Er is geen hoogbouw te bekennen, geen auto’s en geen hypermoderne snufjes. Alles wat je ziet is oud, maar zó goed bewaard dat het lijkt alsof je in de Qing-dynastie (1644) rondwaart. Terug naar de Middeleeuwen. Naar de vierkante stad vol laagbouw, met vleugeldaken en onverharde straten. Ommuurd door een zes kilometer lange stadsmuur, waar je op tien meter hoogte overheen kunt wandelen. De muur is volledig intact. Wat bijzonder is, omdat de opperstad Beijing zijn stadsmuren moest afbreken en plaats moest maken voor ringwegen, beton en glas. Andere steden volgden. Maar de moderne tijd ging aan Pingyao voorbij.


Waan je in het pittoreske verleden van Pingyao

Pingyao is gebouwd volgens de oude Chinese filosofie. Dat wil zeggen: een stadsmuur in de vorm van een schildpad, wat symbool staat als teken van lang leven. De vorm van de schildpad zie je goed terug: aan de zuidkant vind je een poort als kop, aan de noordkant een poort als staart en zowel aan de oost- als aan de westkant twee poorten als poten. De vormgeving van de straten is ingericht op de regels van Feng Shui.

We gaan verder met de tijdreis en fast forward naar 1900: toen Pingyao het financiële hart van China was. Waar de banken goud en zilver bewaarden in ondergrondse kluizen en waar de Wallstreet een en al rijkdom ademde – in plaats van rokende grillplaten. De banken groeiden zo enorm, door spaar, dat ze in meerdere provincies vestigingen openden. En later zelfs in Japan, Rusland en Singapore.

Fast forward naar de 20e eeuw, waar economische en politieke veranderingen plaatsvonden en de parel Pingyao volledig in verval raakte. Wat haar absolute redding is geweest. Pingyao verbleef in oudheid en de bank die ooit zo floreerde is nu een museum, waar je de reuring van toen soms nog kunt voelen. Ga opzoek naar de Rishengchang Bank en proef van het ooit zo blakende Pingyao.

 

Waar te daten?

Een date met Pingyao, is een date met haar charmante verleden. Als je er klaar voor bent om kilometers lang (zes) over de volledig-intacte-stadsmuur te wandelen en om telkens verrast te worden door charmante straatjes met rode lampionnetjes, dan is Pingyao je stad. Ook als je knettergek bent op (onbekend) eten is Pingyao echt je nieuwe liefde.

Er zijn twee straten die op het toerisme gericht zijn: de mingqingstraat (de hoofdstraat) en de weststraat. Denk aan die kraampjes vol thee, noodles en pittige kruiden. Of aan die rokende grills vol vlees en andere onherkenbare ingrediënten. Restaurants, lampjes, massages en straatverkopers. Het leeft. Het bruist. De andere straten zijn weer een stap terug de Middeleeuwen in. En daarom is het juist zo leuk om gewoon lekker aan de slenter te gaan. Te verdwalen tussen die stadsmuren en achter elke hoek weer een nieuw straatje te ontdekken.

Waar te
eten? 

Op straat dus, tussen die rokende grillplaten. En tussen de ‘ehh, wat is dit’-stokjes. Ruik, proef en geniet. Weten wat je preciés gaat eten wordt lastig vanwege de taalbarrière. Zelfs mijn naar-het-Chinees-vertaalde kaartje met allergieën werd met grote vraagtekens ontvangen. Mocht je een voedselallergie hebben, dan raad ik je aan om in een restaurant te eten. Over het algemeen heb ik het idee dat ze me daar meer begrepen, en hé: ik leef nog steeds.

In Pingyao huist zich ook een Westers restaurant – ja, echt waar. Dus heb je gewoon zin in schnitzel met friet of in een vette hamburger? Dan is Sakura Café aan de hoofdstraat jouw place to be. Is overigens erg gezellig ingericht en jazekers: er staan ook Aziatische gerechten op de kaart.

Waar te
slapen?

Wat je ook doet, doe het alsjeblieft binnen de stadsmuren. Hier heb je helaas geen hostels, guesthouses of airbnb’s, maar wel echt fantastische hotels die je echt helemaal in de sfeer van Pingyao laten báden. Verwen jezelf en boek een ancient hotel binnen de stadsmuur. Het is feest.

 

Waar ligt
Pingyao?

Pingyao ligt tussen Beijing en Xi’an, zo in het noord-oosten van China. Het ligt in het binnenland, maar in het-goed-te-bereiken-binnenland, en dus niet tussen de enórme bergen die China ook te bieden heeft. Die zijn zéker een bezoek waard, maar pas nadat je deze best bewaarde oude stad van China hebt bezocht.

Hoe kom
j
e er?

De trein is je beste optie. Kom je van de ‘bovenkant’ (het noorden)? Dan zijn Beijing, Datong en Taiyuan fijne stations om op te stappen. Besef dat Beijing zo’n 600 kilometer van Pingyao ligt. Je kunt lekker snel met de hogesnelheidstrein gaan, maar je kunt natuurlijk ook een langzamere trein nemen en in Datong en Taiyuan uitstappen om die nog te ontdekken.
Kom je vanaf de ‘onderkant’ (het zuiden)? Dan is Xi’an het station to be. Je reist met hogesnelheidstrein (250 kilometer per uur) in 4 uur naar Pingyao – of Xi’an, als je op doorreis naar zuidelijk China bent.

 

Wat kost
Pingyao?

Je kunt het zo gek maken als je zelf wilt. Leef je als een keizer in China of doe je like the locals? Alle prijzen zijn in yuan (de lokale munteenheid) en uit 2019 (toen 100 yuan €13,70 was). Hieronder een overzicht van de kosten in Pingyao:

✈ Hotelkamer per nacht:  500 yuan
✈ Eten op straat: 5 yuan
✈ Eten in restaurant: 25 yuan
✈ Drankje op straat: 22 yuan
✈ Water op straat: 6 yuan
✈ Golfkarretje (taxi): 20 yuan
✈ Entree stadsmuur: 125 yuan
✈ Entree bankmuseum: 10 yuan
✈ Massage: 100 yuan
✈ Souvenirs: 15 yuan

Meer ontdekken?

Oeh la, la.. In deze Parijse secret bars wil jij nu zijn!

Gin, champagne of een goed glas water (’t is jouw feestje) met een flinke berg allure en hoog decadentie-gehalte? Moet je in Parijs zijn. En dan het liefst in een exclusieve secret bar. Verstopt voor het plebs. Wachtend op jou. Hier vind je die secret bars in Parijs.