1. Hemel op aarde

Water zó blauwgroen dat je je afvraagt of het bestaat, strand zo wit dat je erin wil rollen en de vibe zo chill dat je er niet meer weg wilt. Ik ging er voor een weekendje naartoe – dacht ik. Tien dagen later zat ik er nog. Ja. Koh Lipe is echt zó leuk.
Het is hemel op aarde. En dan vooral: zon, zee en strand. Maar neem zéker eens de boot naar de overkant, en beklim Koh Adang. Vanaf daar heb je fantástisch uitzicht op Koh Lipe en omliggende eilanden. Die hike vond ik best pittig, maar ik heb dan ook een conditie van nul. Er is niet echt een pad, het zijn meer zandweggetjes door de bergen omhoog waar soms touwen hangen om je op te trekken (en ik heel hard viel, ha). Er is weinig schaduw, en onthoud: je bent in Thailand. Hot, hot, hot.

Maar associeer je de hemel met feestjes? Dan is dit toch niet helemaal jouw hemel. Feestjes zijn er nauwelijks.
Er is een mini-strip, een lounge-club aan het strand en de Rockstones bar in het midden van het eiland. Maar de avonden dat wij opzoek waren naar een feestje, kwamen we van een koude kermis thuis. Dus wil je écht feesten, dan is Koh Lipe niet je eiland. Een gezellige borrel met een muziekje en een kletsje is dan weer wel overal te vinden. Maar besef: overdag is Koh Lipe één feest en kun je niet kiezen in welke leuke tent of beach club je wil chillen.

2. Zon, zee & strand

Dan zit je hier dus gebakken (ha!). Het zand is wit en zacht en je kunt er heerlijk met sarong neerstrijken. Maar de stranden hebben ook ligbedjes of beanbags of hangmatten of van die hartjes waar je in kunt schommelen. Het is er heerlijk.
Qua zon zijn december tot april je beste vrienden. Ik vond februari op Koh Lipe werkelijk fantastisch. Strakblauwe lucht, alleen maar zon en zaligheid en precies 0 water gezien (behalve al dat hemelse zeewater dan).

3. Klein maar fijn

Er is luxe, er is rust, er is avontuur. En dat alles op een eilandje van zo’n twee kilometer in de lengte. Het is een kleintje, en dat charmeert haar zo. Je kunt letterlijk overal heen lopen, en het is haast vanzelfsprekend dat het een autovrij-eiland is. Er rijden dan wel weer scooters (soms met zo’n gekke zijspan waar dan wiebelende toeristen in zitten) en die zijn zowel een zegen als een vloek.
Er zijn dus fantastische stranden, heerlijke bars (en eettentjes) en adembenemende zonsondergangen. 

KOH LIPE
GUIDE

1. Ontdek geheime strandjes

Ibiza heeft meer dan vijftig stranden van noord naar zuid. De een nog verborgener dan de ander. De een nog overvoller dan de ander. Maar voor ieder wat wils!
Favoriete stranden: Cala de San Vicente (noordoost), Portinatx (noord) en Las Salinas (zuid).
Ibiza is een kleintje. Als je wil (en het verkeer een beetje doorrijdt) ben je met de auto binnen een half uur van oost (Ibiza Stad) naar west (San Antonio) en binnen een klein uur van noord (Portinatx) naar zuid (Las Salinas).
De zee op Ibiza heeft een vrij forse branding, maar niet zo heftig dat er overal surfers zijn. De zee kent duizend tinten blauw en staat bekend om die prachtige kleurige ‘vlekken’ in de zee, van groen naar turquoise naar donkerblauw.

2. Best of both worlds

Je gaat naar Ibiza als je het beste van beide werelden zoekt. Je wil eens lekker staan feesten tussen de gierende mensen, maar je wil ook wel eens rust en reinheid op een oogverblindend mooi strand. Dan is Ibiza je girl.
Het ene moment sta je in het noorden tussen de hippies spiritueel de zon onder te trommelen, het andere moment blazen de middernachtelijke commerciële beats je omver in het zuid-oosten. En weer een ander moment sta jij gewoon jezelf weg te blazen omdat je weer eens op een onbekend stuk strand van Ibiza bent belandt (van noord tot oost tot zuid tot west). Jij kiest waar je zin in hebt. Ibiza heeft voor elke stemming een plek. In het noorden tour je met een jeep, in het zuiden wandel je naar ‘Atlantis’.

IBIZA
GUIDE

1. Beleef de droom

Griekse eilanden zijn als een droom. Ze zijn zacht, mooi, lieflijk. Verwelkomend, maar soms ook overweldigend ruig. Dat je nog net geen schrikshock krijgt, zeg maar. En dan met name: Kreta. Met de zee zo blauw en de palmbomen zo tropisch. In de mix met die mediterrane sfeer van zuidelijk Europa. Krakkemikkige houten stoeltjes, met waanzinnig vers en smaakvol eten op de even krakkemikkige tafeltjes. Het roept euforie in je op. Ik zei al: Kreta, net een droom. 
Je gaat naar Kreta als je niets anders dan zon, zee, strand en die heerlijke mediterrane cultuur om je heen wil. Als je van knusse dorpjes houdt, waar je een middagje kaart speelt met oude mannetjes. Als je van verse vis houdt, die je opsmikkelt in de gloed van de late middagzon. Of als je wil roadtrippen, strandlopen en cultuur wil snuiven. Dan is Kreta jouw eiland.
En nog even over die dromerige stranden (en dus favoriet): Bálos (noordwest), Elafonissi (zuidwest) en Vai (noordoost).

2. Van ruige bergen tot waanzinnige stranden

Naast die prachtige stranden heeft Kreta ook een waanzinnig ruig binnenland, met die roodbruine bergen van d’r. In het midden vind je het Lassithi gebergte en iets meer op links vind je de Samaria kloof, waar je kilometers lang doorheen kunt hiken.
Kreta gaat een heel eind van links naar rechts. Van de ene parel op links (Bálos) naar de andere op rechts (Vai) is het meer dan 330 kilometer. Zo’n zes uur rijden van elkaar. En we hebben het hier over een éiland, hè jongens. Daartussen vind je fantastisch knusse stadjes als Chania, Rethymnon, Heraklion en Agios Nikolaos.

3. Feest in clubs of flaneer langs haventjes

Je kunt nu luidkeels ‘los in Chersonissos’ gaan blèren op de strip, maar je kunt ook heel chique een drankje gaan nippen op een A-locatie. Het blèrende feestgedruis vind je vooral in het oosten in Chersonissos en in Malia. In Chania (westen) heb je verschillende nachtclubs en in Agios Nikolaos (oosten) vind je fantastische rooftopbars boven de schattige haven.

KRETA
GUIDE

1. Alle werelden op één eiland

Een ruig, vulkanisch eiland waar je op één dag zowel in de sneeuw kunt wandelen op de top van El Teide, als dat je kunt surfen op de wilde maar zwoele golven van de Atlantische Oceaan.
Je gaat naar Tenerife als je opzoek bent naar een combinatie van álles. Je vindt het eilandleven leuk, maar wil ook lekker actief zijn. De oceaan rondom Tenerife is vrij ruig waardoor je echt álle watersporten kunt beoefenen – van surfen tot duiken tot jetskien. Daarnaast beloven de binnenlanden je nóg meer avontuur. Ga klimmen in het Masca-gebergte (noord-west), roadtrip door het bergachtige Anaga (noordelijkste puntje) of wandel over de vulkaan El Teide (midden).
Als er voor ieder wat wils is, betekent dat ook dat je er veel verschillend soort volk vindt. Denk aan: gezinnen, luidruchtige Engelsen, bourgondische Belgen en oudere overwinteraars. Maar hé: jij zoekt lekker je eigen scene op, toch?

2. Het héle jaar door zon! En: zwarte stranden

Tenerife is zowel zonovergoten in de winter als in de zomer. Maar pas op, op de Canarische eilanden kan het ook flink spoken. Vooral in de zomermaanden is er veel kans op de ‘calima’ (een zandstorm uit de Sahara) en dat kan nogal eens een gele deken over Tenerife heen leggen. Hot, hot, hot! En soms, in de winter, kan de top van El Teide zo ontzettend besneeuwd zijn dat de wegen ernaartoe gesloten zijn. Maar: de zon is er in alle maanden van het jaar!
De natuurlijke stranden van Tenerife zijn zwart, want Tenerife is een vulkaan. Je vindt deze stranden voornamelijk in het noorden en noord-westen. Witte stranden zijn er ook, die zijn opgespoten voor toeristen. Je vindt ze in het zuiden en zuid-westen en een hele populaire in het noord-oosten (Playa de las Teresitas).

TENERIFE
GUIDE

1. Drie dagen varen naar heaven on earth

Een van de mooiste eilanden van de wereld ligt in Indonesië: de Komodo eilanden. En ze sméken echt om een bezoek. En je gaat, als je ten minste opzoek bent naar een ervaring of a lifetime. Het zijn niet alleen de eilanden die echt iets met je doen, maar ook de hele reis ernaartoe. Ja god, wat klinkt dat allemaal weer cliché. Maar ik meen het. Je start in Lombok en vaart in drie dagen naar die prachtige eilanden – en dat voelt echt als een mega beloning.
Meestal zul je hier met een tour naartoe gaan (met vertrek vanaf Lombok of Flores, maar je kunt ook losse tochtjes vanaf Flores boeken) en dat is echt reuze gezellig. Met zijn allen op zo’n enorme boot. Slapen op het dek. Eten met een houten kont. En dan met de gids die eilanden op.
Deze trip is voornamelijk aan te raden in augustus en september. Dan heb je de meeste zon en is de zee het rustigst (zei zij nietsvermoedend, maar gód wat hebben wij intens liggen schommelen op die zee. Echt denk drie keer na voordat je op die boot stapt, maar doe het dan alsnog).

2. Roze stranden

Echt, die stranden daar zijn een droom. Je hebt dus roze stranden, witte stranden en hágelwitte stranden. En je wil nu meteen naar elk strand.
De zee daarentegen is heftig en ruig (qué?). Laat je niet misleiden door de spiegel die ze soms kan zijn. En door haar adembenemende, haast lichtgevende uiterlijk. Denk echt even drie keer na voordat je het diepe inspringt of op die boot gaat, maar ga dan gewoon alsnog. Want deze eilanden wil je niet missen. Dan maar een beetje hobbelen.

3. Komodovaranen

Op de Komodo eilanden leven de Komodo dragons. En die wil je zien, want ze zijn levensgevaarlijk, ruig én ze komen uit de prehistorie.  Je gaat hier niet heen om te feesten (en doe je dat wel, dan kom ik je halen) maar om te genieten van deze eilanden, want die zijn al een feestje op zich.

KOMODO
GUIDE